Wettelijke verankering van de Transitievisie warmte
De transitievisie warmte is de voorloper van het verplichtte warmteprogramma. Met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie krijgen gemeente meer instrumenten om regie te voeren op de warmtetransitie. Hier staat tegenover dat gemeente regelmatig de plannen met betrekking tot de warmtetransitie vastleggen in een warmteprogramma.
Benoemen beoogde aardgasvrije wijken noodzakelijk voor inzet aanwijsbevoegdheid
Het warmteprogramma is van belang voor gemeenten die bepaalde gebieden voor 1 januari 2050 aardgasvrij willen maken. De gemeente mag de einddatum alleen vervroegen voor die wijken die eerst als beoogde aardgasvrije wijk zijn benoemd in het gemeentelijke warmteprogramma.
Het warmteprogramma bevat minimaal:
Uiterlijk in het warmteprogramma van 2036 moet voor alle woonwijken duidelijk gemaakt worden of de gemeente het voornemen heeft om de aardgaslevering voor 1 januari 2050 te laten eindigen.
Zie voor een uitgebreide toelichting op de inhoud Inhoud van een warmteprogramma.
Elke gemeente dient uiterlijk 31 december 2026 een vastgesteld warmteprogramma te hebben. Dit warmteprogramma heeft betrekking op de periode tot en met 31 december 2035. Gemeente moeten het warmteprogramma, tot en met 31-12-2041, (ten minste) elke 5 jaar actualiseren zodat het betrekking heeft op onderstaande periodes: