In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de gebouwde omgeving 1 januari 2050 verduurzaamd moet zijn. Woningen en veel utiliteitsgebouwen moeten dan aangesloten zijn op een duurzame energievoorziening.
De in het Omgevingsplan vastgelegde ingangsdatum is ook de datum waarop netbeheerders moeten stoppen met de aardgaslevering. Dit kan natuurlijk niet van de een op de andere dag gerealiseerd worden. Gemeenten krijgen, met inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie, de bevoegdheid om locaties aan te wijzen die al eerder aardgasvrij gemaakt worden. Stapsgewijs worden gebieden aangewezen en aardgasvrij gemaakt. Dat moet door met een maatwerkregel het omgevingsplan te wijzingen. In het omgevingsplan worden het aangewezen gebied, de einddatum voor het gebruik van aardgas en de alternatieve energie-infrastructuur vastgelegd. Binnen deze aangewezen gebieden geldt de verplichting om aangesloten te zijn op een duurzame energievoorziening al eerder dan 1 januari 2050.