De hier benoemde normen zijn afkomstig uit het concept Besluit collectieve warmte. Deze normen zijn pas van toepassing als de Wet collectieve warme en het Besluit collectieve warmte in werking zijn getreden.
Geen uitstoot in 2050
De CO2-uitstoot in de bebouwde omgeving dient in 2050 nihil te zijn. Dit geldt ook voor de CO2-uitstoot die het gevolg is van warmtelevering via collectieve warmtesystemen. Bij de productie en levering van warmte kan echter wel CO2 vrijkomen. Bijvoorbeeld als gevolg van elektriciteitsgebruik, de verbranding van aardas of restwarmte die vrijkomt bij processen waar fossiele energiebronnen worden toegepast. Om ervoor te zorgen dat de CO2-uitstoot steeds lager wordt is in regelgeving de maximale toegestane CO2-uitstoot opgenomen.
De normen zien toe op de jaarlijks gemiddelde uitstoot voor de warmtelevering binnen een warmtekavel. De uitstoot wordt uitgedrukt in kg CO2-equivalent per gigajoule geleverde warmte. De normen zullen eens in de vijf jaar worden geëvalueerd.
Tot en met 2035 zijn onderstaande normen van toepassing:
Berekening normen
Warmtebedrijven dienen bij de berekening van de uitstoot zowel de directe en indirecte CO2-uitstoot mee te rekenen. Het gaat hierbij om de uitstoot die het gevolg is van de warmteproductie, het warmtetransport en de warmtelevering.
Ontheffing op de duurzaamheidsnorm
Warmtebedrijven kunnen, bij de ACM, een ontheffing aanvragen op de duurzaamheidsnormen.